Energiebesparing door energiebeheer

Inleiding

Met betrekking tot energiebesparingen zijn er binnen de installatietechniek diverse zaken die hier een relatie mee hebben:

  • Onderhoud (reinigen en (energiezuinig) afstellen van installaties)
  • Energiebeheer (optimalisatie en monitoring)
  • Energiescan (onderzoek naar grote energieverbruikers en advisering over energiebesparingen door gebruiksaanpassingen en/of vervangingen)
  • EPBD (verplicht aircokeuring met energiebesparende adviezen)
  • ErP richtlijn (Energy-related-Product -> ketels en boilers voorzien van energielabel + LBK’s voorzien van warmteterugwinning)
  • EED (Energy Efficiënte Directief -> 4 jaarlijkse verplicht energieaudit voor grotere bedrijven)
  • DB&O (ISO methodiek voor Duurzaam Beheer & Onderhoud)
  • EPAU en Energielabel (Energie Prestatie Advies ->onderzoek naar energieverbruik, advies op maat, energiecertificaat en/of energielabel)

Veel onderzoeken en adviezen zijn dus mogelijk m.b.t. energiebesparing. Deze hebben echter alleen zin als zaken als de inbedrijfstelling en periodiek onderhoud en energiebeheer eerst goed worden uitgevoerd.

In dit document wordt nader ingegaan op het deel Energiebeheer.

Energiebeheer heeft tot doel het energieverbruik van een organisatie zo economische mogelijk in te richten door alle factoren die energiekosten veroorzaken zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen.

Energiebeheer is onderverdeeld in 2 soorten:

  1. Monitoring (meten van het verbruik en bepalen van de energiekosten)
  2. Optimalisatie (optimalisatie van aanwezige technische installaties)

Energiebeheer monitoring 
Hiervoor moeten voldoende meetmiddelen beschikbaar zijn om dit uit te kunnen voeren. Minimaal een hoofd gasmeter, watermeter en kWh-meter en bij voorkeur diverse tussen-meters om verschillende bouwdelen of verbruikers te kunnen monitoren. Bij voorkeur op afstand uit te lezen en te monitoren via een gebouwbeheersysteem of energiemanagementsysteem, zodat continu-monitoring mogelijk wordt en waarden in automatisch in tabellen worden opgeslagen.

De meetresultaten geven inzicht in het verbruik. Ga vooraf na welk energieverbruik voor het gebouw ‘normaal’ is door bijvoorbeeld te benchmarken of laat het gewoon uitrekenen op basis van het geïnstalleerde vermogen en de draaiuren en/of gebruikstijden.

Zijn de energieverbruiken in lijn met de verwachtingen ?  Zo nee, ga op zoek naar de grootste verbruiker(s) en bepaald d.m.v. aanvullende metingen wat de oorzaak is van een bepaald hoog verbruik.  Zijn er bijzondere verbruiken waar te nemen buiten de normale bedrijfstijden of op ander niet normale tijdstippen ?  Zo ja, controleer kloktijden en gebruikstijden.

Monitoring van het energieverbruik via energiemanagementsystemen geef o.a. de volgende mogelijkheden:

  • Inzicht in uur, dag, week, maand en jaarverbruiken en kosten
  • Verbruiken per aansluiting, groep, bouwdeel, gebouw of locatie
  • Analyse, benchmarking, trending en prognoses
  • Weergave energiegerelateerde CO2 uitstoot en footprint
  • Energieopslag en piek shaving (nivelleren van de energievraag)

Energiebeheer optimalisatie
Om technische energiebeheer goed te kunnen uitvoeren moeten de volgende gegevens beschikbaar zijn:

  • Gegevens over het verbruik (via monitoring van het energiebeheer)
  • Gegevens van de technische installaties
    1. Tekeningen/regelschema’s
    2. Ontwerpgegevens
    3. Beschrijvingen werking
    4. Regelbeschrijvingen
    5. Onderhoudsgegevens

Technische installaties
Vooronderzoek is nodig om inzicht te krijgen in de opzet en systeemkeuze van de installaties. Hiervoor moeten tekeningen, ontwerpgegevens, werkbeschrijvingen, regelbeschrijvingen en onderhoudsgegevens worden verzameld. Met andere woorden, welke installaties zijn aanwezig en hoe worden ze geregeld (ontwerp).

Stappenplan optimalisatie van het energiebeheer
Als bovenstaande gegevens zijn verzameld kan begonnen worden met de controle en optimalisatie van de technische installaties volgens onderstaand stappenplan.

De werkzaamheden zijn van toepassing op het gas- en electraverbruik van de werktuigbouwkundige installatie verwarming / klimaatbeheersing / luchtbehandeling e.d.) en de elektrotechnische installatie (verlichting, machines e.d.)

De juistheid van de instellingen kan worden achterhaald door de gegevens uit het ontwerp, inbedrijfstellingsgegevens, regelbeschrijvingen e.d. of door eigen inzicht en ervaring. Voor de overige zaken zoals kloktijden en temperatuurinstellingen is het ook belangrijk hierover met de opdrachtgever/gebruiker te overleggen.

Verkeerde instellingen/afstellingen of gebreken moeten worden gerapporteerd en hersteld. Via monitoring van het energieverbruik kan het resultaat hiervan worden bepaald.

De volgende zaken moeten o.a. worden gecontroleerd:

  • Juiste instelling klokprogramma’s en vakantieprogramma’s
  • Juiste werking van bewegingssensoren en/of daglichtregelingen t.b.v. verlichting
  • Juiste aansturing en (voor)regeling van cv-ketels en warmteopwekkers
  • Juiste instelling stooklijnen verwarming/luchtbehandeling
  • Juiste instelling van regelingen i.v.m. het voorkomen van vorstgevaar meldingen
  • Juiste instelling van nachtverlaging(en)
  • Juiste meting en oriëntatie van buitenvoeler(s) klimaatbeheersing
  • Juiste plaats en instelling van schemerschakelaar(s) buitenverlichting
  • Juiste instelling en setpoints van alle temperaturen klimaatbeheersing (verwarming, luchtbehandeling)
  • Juiste instelling van thermostaatkranen
  • Juiste werking en instelling van toerenregelaar(s)/frequentieregelaar(s)
  • Juiste werking van warmteterugwinsystemen en juiste instelling van buitenlucht aanzuigdelen
  • Juiste afstemming in de regeling tussen koelen en verwarmen
  • Juiste werking van trendregistratie in het GBS
  • Enzovoort…

Overige zaken die een nadelige invloed kunnen hebben op het energieverbruik (deze zouden aan het licht moeten komen bij een van de overige energiebesparingsonderzoeken):

  • Good Housekeeping
    • Tijdig verlichting uitschakelen
    • Beeldschermen/kantoorapparatuur uitschakelen na gebruik
    • Ruimtethermostaten te hoog ingesteld
    • Verwarming of koeling uitschakelen na gebruik
  • Verkeerd gebruik van de zonwering
  • Slecht of geen onderhoud van installaties
  • Slecht afgestelde installaties
  • Geen gebruik gemaakt van tochtsluizen
  • Geen winterschakeling bij automatische deursluizen
  • Bouwkundige lekken of tochtgaten
  • Slecht water- of luchtzijdig ingeregelde installaties
  • Geen thermostaatkranen toegepast
  • Geen aparte ketel voor tapwatervoorziening
  • Geen of te weinig nachtverlaging toepassen
  • Installaties die continu doordraaien (boilers, pompen, ventilatoren, machines)
  • Obstakels voor of afblinden van luchtuitstroomopeningen
  • Verwarmings- of koelelementen die (deels) zijn afgeschermd
  • Ongeïsoleerde leidingen en/of gevels/daken
  • Enkele beglazing
  • Geen frequentieregelaars toegepast
  • Onnodige warmteopwekkers in geconditioneerde ruimten
  • Warmteafzuiging niet direct bij de bron
  • Geen bewegingsmelders/daglichtdimmers gebruiken bij verlichting
  • Geen automatische optimalisatie van starttijdstippen klimaatbeheersing
  • Enzovoort…

Als het stappenplan doorlopen is en de monitoring van het energiebeheer is ingericht zijn aanzienlijke energiebesparingen mogelijk. De beste manier om deze besparingen vast te houden is door het inrichten en borgen ervan d.m.v. Duurzaam Beheer & Onderhoud (ISSO 100).